2.4. Fotomenu

  1. Foto maken
  2. Fotomodus verlaten
  3. Instellingen fotomodus (zie onderstaand)

TIP: ga eerst uit de tekenmodus voordat je naar de fotomodus gaat, anders blijf je de blauwe gloed van het raster en de maatvoeringen zien. 

 

  1. Instellingen van de cameralens > bevat: Lens keuze / Snijvlak vanaf de grond (alleen voor plattegrond modus > snijd alles boven deze waarde weg) / Snijvlak vanaf de camera (alleen voor de fly- en orbitmodus > snijd alles tot aan deze afstand vanaf de camera weg)
  2. Kwaliteit instellingen van de foto's > bevat: Pathtracing (alleen beschikbaar in de Professional > fotorealistisch renderen) / Pathtracing kwaliteit  (alleen beschikbaar in de Professional > fotorealistisch renderen) / Resolutie (hoe hoger, hoe scherper en groter de afbeelding)
  3. Effecten werkvenster > bevat: Schetsmodus (zwart/wit lijntekening) / Exposure (hoeveelheid licht die de camera opvangt) / En andere effecten
  4. Export instellingen > bevat: Bestandstype (welk formaat afbeelding je wenst) / Export locatie (waar de afbeeldingen op moeten worden geslagen)